Blog Archieven

Schaatskoorts
Terwijl ik achter mijn laptop dit verhaal zit te schrijven, beweegt mijn been neurotisch heen en weer. Regelmatig sta ik op, loop door de kamer, ga weer zitten, ga naar de wc. Ik probeer een boek te lezen. Ik lees de zinnen maar de tekst dringt niet tot me door. Op internet zoek ik de weersvoorspellingen van de komende dagen op, ook al heb ik die het afgelopen uur al twee keer bekeken. De onrust van m’n linkerbeen verplaatst zich nu naar mijn hoofd. Gedachtes vliegen voorbij zoals een scherp ijzer over een spiegelvloer. Ik heb schaatskoorts.
Niet een van mijn hobbies voer ik zo weinig uit als schaatsen. En voor niet een van mijn hobbies kan ik zo fanatiek worden als voor schaatsen. Van mijn jeugd kan ik mij herinneren dat als er ijs lag, ik wel altijd een fanatiek schaatster was. De afgelopen twaalf jaar lag er geen natuurijs. Ik had natuurlijk wel op kunstbanen kunnen gaan schaatsen, maar dat is het toch niet helemaal. Toen er net na kerst dan ook op de ijsbanen geschaatst kon worden, kreeg ik een soort schaatskoorts. Toen er in Roodeschool al water op het ijs lag wegens de dooi ben ik drie kwartier naar het zuiden gereden om daar een ijsbaan op te zoeken waar nog wel geschaatst kon worden.
Deze koorts voel ik nu ook weer. Mensen die mij voor gek verklaren geef ik volkomen gelijk. Toen het vliegtuig gister door het wolkendek dook en de landingsbaan van Stockholm op zocht, zag ik door het raampje witte vlaktes. Sneeuw, ijs en nog meer sneeuw. Op dat moment begon het al te kriebelen. Vandaag heb ik met mijn collega’s door de stad gelopen. Ze keken allemaal wat raar naar mijn oude rugzak en schudden hun hoofd toen ik zei dat daarin mijn schaatsen zaten. Ze hadden gelijk, het was niet heel nodig geweest mijn schaatsen mee te nemen. Stockholm ligt aan zee....... dus het water daar is niet bevroren. In een park was een kunstmatig, klein krabbelbaantje aangelegd. De heren vonden dat als ik mijn schaatsen had meegenomen, ik dan ook maar moest gaan schaatsen. Drie rondjes tussen de kleutertjes geschaatst. Niet echt productief schaatsen, maar dat heeft er wel voor gezorgd dat mijn schaatskoorts weer met een aantal graden is gestegen.
Volgende week zaterdag hebben we een vrije dag in Ostersund. Deze week barst het in dat stadje van de Nederlanders. Ostersund heeft namelijk een heel groot meer en een veegmachine. De perfecte combinatie om de koortsige Nederlander zijn Oldambtrit, Noorderrondrit of zelfs Elfstedentocht te laten schaatsen. Een aantal reisbureaus zijn daar handig op ingesprongen en organiseren schaatsvakanties voor Nederlanders. Maar goed, drie keer raden wat ik die vrije dag ga doen......
Posted on 28 Feb 2009 by katja
Nummer......
Voor de grote houten deur staat een groepje van tien mensen te wachten. De voorste twee staan op de bovenste tree van de stoep met hun neus tegen de deur geplakt en de rest dringt zich er onrustig omheen. Zij is nummer elf en wordt door het groepje keurend bekeken. Het gezicht wat bij nummer elf hoort moet worden onthouden, want voordringen is er hier niet bij. Een twaalfde persoon komt aanlopen, een kleine blonde vrouw van een jaar of 40. Ze dringt zich tussen de mensen door, belt aan en wisselt een paar onverstaanbare woorden met de grote man achter de deur. De man stapt opzij en de vrouw loopt naar binnen. Als ook nummer 1 naar binnen wil stappen, kijkt de grote man hem met een norse blik aan, schud een keer met zijn hoofd en sluit de deur. Enigszins verontwaardigd blijft het groepje buiten wachten. Een paar minuten later zwaait de deur open en lopen drie mensen naar buiten. Nummer 1, 2 en 3 willen naar binnen lopen, maar weer wordt de deur voor hun neus dichtgegooid. Inmiddels is het groepje groter geworden. Een oudere vrouw en een kleine, vrij dikke man hebben zich bij de groep aangesloten. Hetzelfde ritueel herhaalt zich. De mensen observeren elkaar, zorgen ervoor dat niemand voor zijn beurt komt. Weer zwaait de deur open. Vier mensen mogen naar binnen, waardoor zij, nummer 11, nu op de onderste tree van de grote stoep komt te staan. Minuten verstrijken, ongeveer tien mensen dringen zich door de groep de trap op, bellen aan, spreken niet te begrijpen woorden en mogen naar binnen lopen. Heel even komt de gedachte bij haar op om ook de trap op te lopen, aan te bellen en wat vreemde woorden te zeggen. Misschien laat hij haar dan ook naar binnen. Maar ze laat het idee snel weer varen. Deze stoep, dat is Nederland met zijn Hollandse gevoel voor humor. Maar daar, achter die deur, daar stap je met 1 stap over vier landsgrenzen heen en is het niet alleen de taal die niet begrepen wordt. Na ruim een half uur gaat de deur open en knikt de grote man naar haar. Ze mag naar binnen. De kleine, veel te warme ruimte staat vol met mensen. Achter een aantal loket raampjes zitten norse mannen en vrouwen. Ze pakt een formulier, gaat zitten en begint met invullen. Als ze bij het laatste hokje is, komt de grote man naar haar toe. In gebrekkig Engels maakt hij haar duidelijk dat ze op moet schieten, ze zijn maar tot twaalf uur geopend. Ze kijkt op haar horloge: tien over elf. Weer iets wat ze niet begrijpt. De man achter het eerste loket pakt alle papieren van haar aan. Er wordt driftig geniet, gestempeld en gekrabbeld. Hij schuift haar een voor haar totaal onleesbaar papiertje toe.
You pay at cash desk.
Geen woord teveel. Ze loopt naar loketraampje 4: cash desk. De stoel achter het raampje is leeg. Op het bureau staat een bordje met wat onleesbare tekens en het getal 15. Een man met eenzelfde papiertje als zij komt achter haar staan.
Hmm, coffeebreak, mompelt hij. Hij begrijpt die onleesbare tekens blijkbaar wel. En weer iets wat ze niet begrijpt: dit kantoor is slechts drie uur per dag geopend voor bezoekers. Waarom zou je op het drukste moment een koffie pauze van een kwartier gaan nemen. Achter haar wordt de rij steeds langer. Na exact 15 minuten komt een dik, chagrijnig vrouwtje aanlopen.
You pay 70 euro.
Ze legt het geld in het bakje en krijgt een bonnetje.
Pick up passport tomorrow.
De grote man houdt de deur voor haar open als ze het gebouw weer uit loopt. Voor de deur staan een nieuwe nummer 1 en 2. Op de hoek van de straat stapt ze de bus in. De buschauffeur, die ze diezelfde morgen nog een chagrijn vond, ziet er nu uit als een lieve, vriendelijke man. Op het bankje in de bus bedenkt ze dat Nederlanders toch maar fijne en vriendelijke mensen zijn. Morgen weer. Om haar paspoort met ingeplakt Russisch visum op te halen.
Posted on 24 Feb 2009 by katja
Verhuisd
Een ritje naar de Kringloop, een ritje naar de stort en een rit naar de polder van Groningen. Met drie ritten in de gehuurde bus heb ik mijn appartementje in Amsterdam vaarwel gezegd. De kamers zijn nu leeg en hol. De verf die er met inrichting en vloerbedekking nog hip en huiselijk uitzag, steekt nu vaal en tweedehands af tegen de betonnen vloeren. Het verbaast me hoe dat wat een paar uur ervoor nog je huis was ineens kan veranderen in een lege, kille ruimte. Simpelweg door de spullen weg te halen. Als een ziel die verdwijnt. Maar ik ben er niet rouwig om. Ik voel me thuis op de boerderij van m'n ouders en in de polder. Toegegeven, het is even wennen om mezelf weer in te passen in het ritme van m'n ouders en broertjes. Aan de andere kant is dit slechts voor tijdelijk. Mijn ticket is geboekt: 2 mei vertrek ik voor een jaar naar Canada.
Naast mijn verhuizing in de werkelijke wereld, ben ik ook in de digitale wereld verhuisd. Op deze website kan ik zowel mijn weblog berichten als mijn foto's en andere teksten kwijt. Ik hoop dat jullie het wat vinden en dat jullie allemaal mijn weblog blijven lezen.
Posted on 22 Feb 2009 by katja
Content Management Powered by CuteNews